Onze titels

De jonge prins woont in een mooi kasteel waar iedereen mag komen spelen. Tot het prinsje merkt dat niet alle bezoekers even aardig zijn. Hij laat de poort sluiten en maakt de muren zo hoog als maar kan. Maar of dat de oplossing is voor zijn probleem? Want het wordt wel heel saai in het kasteel… Dit prentenboek is geschreven voor kinderen die te maken hebben met ingrijpende gebeurtenissen in hun leven. Riet Fiddelaers-Jaspers en Gijs Visser beschrijven in de handleiding hoe het verhaal ook therapeutisch ingezet kan worden bij kinderen maar ook bij grote mensen.

Bij het overlijden van mensen die ons dierbaar zijn, zoeken we vaak naar woorden om weer te geven wat we voelen. Woorden die recht doen aan wie de persoon was. Of we zijn op zoek naar troostende woorden op een kaartje voor nabestaanden. Woorden die een handreiking kunnen zijn en onze machteloosheid, omdat we niet in te brengen hebben, wat lijken te verminderen. Voor de nabestaanden, die binnen een paar dagen een passend afscheid moeten regelen, ontbreekt het vaak aan tijd om zorgvuldig te zoeken. Daarom stelde Riet Fiddelaers-Jaspers dit handzame boek met teksten samen. Teksten van bekende dichters maar ook van nabestaanden die zelf hun gevoelens in woorden hebben uitgedrukt. Het is aan de lezer om te ervaren welke woorden raken en passend zijn in de context. Want woorden kun je zoeken. Dan vinden ze hun weg naar jou.

Sabine Noten laat in Stapeltjesverdriet zien hoe groot de invloed kan zijn van zeer jong verlies. Op basis van dertig diepte-interviews met volwassen mannen en vrouwen die als (ongeboren) baby of kind (tot en met vier jaar) -en in hun latere leven nogmaals- een groot verlies meemaakten, laat de auteur zien wat jonge kinderen nodig hebben bij een verlies en geeft ze hier richtlijnen voor. Tevens beschrijft ze haar systemische manier van kijken en werken met stapeltjesverdriet. Na het lezen van dit boek denk je nooit meer : Ach, ze zijn nog zo klein, ze groeien er wel overheen. Dit boek is niet alleen onmisbaar voor iedereen die met jonge kinderen en hun verlies te maken heeft maar ook voor volwassenen die op jonge leeftijd een ingrijpend verlies ervaren hebben. Riet Fiddelaers-Jaspers Het boek laat zich lezen als een intiem gesprek met de ziel van mensen die als jong kind verlies hebben ervaren. Margriet Wentink Op de site van Sabine Noten kan je lezen dat de term stapeltjesverdriet geboren is in haar eindwerkstuk voor de opleiding Systemisch Werk en Lichaamswerk. Werken met stapeltjesverdriet is in feite een systemische kijk op verlaat verdriet. Gezien dit naadloos aansluit bij ons werk willen we jullie dit boek zeker niet onthouden ! www.transcendere.be

Voor ingrijpende verlieservaringen zijn vaak geen worden beschikbaar; elk verhaal dat hierover verteld kan worden schiet tekort. Bessel van der Kolk, traumadeskundige bij uitstek, zegt dan ook dat een traumatische ervaring preverbaal is en geen woorden kent. De verbeelding echter kan helpen om gebeurtenissen en ervaringen te ontvouwen. 'Poppetjestaal' is een methodiek waarbij mensen met traumatische verlieservaringen deze ervaring weer aan kunnen kijken zonder het risico op hertraumatisering. Het is een werkwijze die leeftijdsloos is, en gebruikt kan worden bij mensen die weinig talig zijn, maar ook bij mensen die juist zeer verbaal zijn en daardoor meer in hun hoofdkantoor huizen dan in hun lijf. Het boek combineert theoretische achtergronden, methodieken en casuïstiek. Riet Fiddelaers-Jaspers neemt de lezer bij de hand mee in deze werkwijze waarbij foto's de tekst duidelijk illustreren.

Stanneke Lunter (1961) is psychiater en moeder van drie kinderen. Jitske, haar sprankelende en creatieve dochter, krijgt op zestienjarige leeftijd last van faalangst en somberheid, uitmondend in een diepe depressie. Ze verandert in een somber meisje met gebogen schouders en doffe blik. Er volgt een periode van opnames, zelfbeschadiging, suïcidaliteit, wachten op medicatie, tot Jitske zelf een einde aan haar leven maakt. Stanneke beschrijft in deel 1 van dit boek op indringende wijze het leven van Jitske, en met name de laatst tien maanden, afgewisseld met reflecties op de gebeurtenissen. In deel 2 blikt Stanneke als psychiater terug. Jeugdpsychiater Jan Meerdinkveldboom draagt bij met een hoofdstuk over het belang en de complexiteit van diagnostiek bij jongeren en systeemtherapeut Ineke Rood peit in haar hoofdstuk voor het intensief betrekken van het gezinssysteem. Stanneke Lunter schreef een onmisbaar boek voor hulpverleners, (huis)artsen, leraren en ouders. De illustraties in het boek zijn gemaakt door Jitske. Na de zelfdoding van je kind liggen schuldgevoelens voor de hand, zeker als je zelf psychiater bent. Stanneke Lunter schuwt dit onderwerp niet en stelt zichzelf ter discussie. Een zeer waardevol boek voor hulpverleners in de GGZ en nabestaanden van jongeren die door suicide overlijden. Prof. dr. Jos de Keijser

Floortje Agema (1974) is een ervaren ritueelbegeleider. Ze begeleidt rouwende kinderen en jongeren en gezinnen, werkt in een mortuarium en geeft trainingen over verlies en rouw. Ze bezit de gave om taal te geven aan het onbenoembare. In Jij wordt gekend zijn verhalen en gedichten opgenomen die Floortje vanuit haar hart schreef voor kinderen en volwassenen die afscheid moesten nemen, bij gebeurtenissen die haar raakten of die gewoon uit haar hartenhuis stroomden. De troostende gedichten en verhalen geven houvast wanneer je erkenning en herkenning zoekt voor wat zich in jouw hart roert. Het boek is verrijkt met prachtige tekeningen van Sassafras de Bruyn.

Wanneer een kinderdagverblijf of school geconfronteerd wordt met een (plotseling)verlies, zijn er vaak vragen hoe er gehandeld moet worden. Dit praktische boek van Riet Fiddelaers-Jaspers biedt houvast bij zon emotionele en vaak verwarrende gebeurtenis. Het bevat een protocol, een checklist, werkvormen en informatie over in te zetten middelen. Wat het boek bijzonder maakt, is dat deze feitelijke informatie doorweven is met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Dat maakt dat de inhoud de lezer ook kan raken. Riet Fiddelaers-Jaspers is deskundige op het gebied van rouw en verlies. Als geen ander weet ze wetenschappelijke kennis te verbinden met het leven van alledag. Ze staat bekend om de gewone manier waarop ze over bijzondere gebeurtenissen kan spreken. Riet is verbonden aan het Expertisecentrum Omgaan met Verlies en aan de post-hbo opleiding Land van Rouw. Ze is een veelgevraagd spreker bij congressen en gastdocent bij diverse opleidingen.

Een boek voor en over gezinnen met kinderen en jongeren die geconfronteerd worden met zelfdoding. Veel van deze kinderen zijn KOPP-kinderen (kinderen van ouders met een psychiatrisch probleem) die al jarenlang de zorg dragen voor hun ouder(s) en/of de andere kinderen in het gezin. Uit onderzoek blijkt dat deze kinderen een risicogroep vormen, zeker nadat een ouder door zelfdoding overleden is. Door preventie kan het hogere percentage zelfdodingen bij deze kinderen teruggedrongen worden. Het boek is een handreiking voor met name ouders, maar ook voor leerkrachten en hulpverleners. Thema's zijn onder andere: hoe informeer je kinderen over de gebeurtenissen, hoe zorg je dat hun vertrouwen niet geschaad wordt en hoe kun je hen ondersteunen? Daarnaast bevat het boek veel praktische informatie en enkele helende verhalen.

In dit boek staan verhalen en gedichten over afscheid die het sprokkelvrouwtje verzameld heeft. Ze kunnen worden gebruikt bij afscheidsdiensten, in de klas of om thuis voor te lezen. Of, voor wie zelf wil schrijven, als inspiratiebron. Riet Fiddelaers-Jaspers (1953) schreef veel boeken voor en over kinderen en rouw. Zij zorgde ervoor dat de verhalen en gedichten van het sprokkelvrouwtje in dit boek terecht kwamen.

Riet Fiddelaers-Jaspers en Jan Ruigrok schreven eerder het succesvolle boek Communicatie in de klas dat op vele PABO's en lerarenopleidingen verplichte literatuur is en op menige school een handboek is voor zowel de beginnende als de ervaren leraar. De nieuwe wegen die beide auteurs de afgelopen vijftien jaar zijn ingeslagen, zijn duidelijk herkenbaar in dit boek en vormen zowel een verdieping als een meerwaarde.Onlangs bleek uit wetenschappelijk onderzoek dat enthousiaste leraren hun leerlingen positief motiveren. Daar sluit Leraar in Hart en Nieren naadloos op aan. Hoe kun je als leerkracht meebewegen met de leerlingen, hen volgen en leiden en van de interactie genieten? Hoe kun je aanvoelen wat de mogelijkheden en de krachten zijn van de groep en daar volop gebruik van maken? Het boek sluit aan bij het communicatieve spel tussen leraar en leerlingen en het plezier dat daarin te ontdekken is. Het hart staat daarbij voor de luisterende, begripvolle en ondersteunende leraar. De nieren staan voor de sturende kant van het lesgeven; voor structuur, afspreken van regels en die handhaven. Dat beide onmisbaar zijn, is duidelijk na het lezen van dit boek.Riet Fiddelaers-Jaspers en Jan Ruigrok verdienden jarenlang hun sporen voor de klas en zijn als trainers nog steeds met onderwijs bezig. Beiden werken veel met leerkrachten, ieder op het eigen kennisgebied.'Een onmisbaar boek voor de leraar en hét opleidingsboek voor studenten van de lerarenopleiding.'

Wanneer een kinderdagverblijf of school geconfronteerd wordt met een (plotseling)verlies, zijn er vaak vragen hoe er gehandeld moet worden. Dit praktische boek van Riet Fiddelaers-Jaspers biedt houvast bij zon emotionele en vaak verwarrende gebeurtenis. Het bevat een protocol, een checklist, werkvormen en informatie over in te zetten middelen. Wat het boek bijzonder maakt, is dat deze feitelijke informatie doorweven is met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Dat maakt dat de inhoud de lezer ook kan raken. Riet Fiddelaers-Jaspers is deskundige op het gebied van rouw en verlies. Als geen ander weet ze wetenschappelijke kennis te verbinden met het leven van alledag. Ze staat bekend om de gewone manier waarop ze over bijzondere gebeurtenissen kan spreken. Riet is verbonden aan het Expertisecentrum Omgaan met Verlies en aan de post-hbo opleiding Land van Rouw. Ze is een veelgevraagd spreker bij congressen en gastdocent bij diverse opleidingen.

Tot nu toe wordt in geen enkel kinderboek de overledene gecremeerd. Dat maakt het voor veel mensen lastig om aan kinderen uit te leggen wat cremeren is. In dit prentenboek wordt cremeren uitgelegd aan de hand van de dood van de papa van Julia en Stijn. Ook de verschillende reacties van de twee kinderen komen aan bod. Met enige creativiteit kan bij het voorlezen de naam van papa veranderd worden in een opa of oom. Het voorleesverhaal is geschikt voor kinderen van ongeveer driet tot acht jaar. Volwassenen kunnen met behulp van dit prentenboek rouwende kinderen steunen in hun verdriet.